A ROSE IS A ROSE IS A ROSE


Ik las een boek over Gertrude Stein en was geraakt door de woorden a rose is a rose is a rose.
Een cryptische zin die zoiets wil zeggen als: de roos verwijst naar niets anders dan zichzelf, voor eeuwig en voor altijd.
Rozen en bloemen, ze zijn via de liefde, liefdesbrieven en liefdesgedichten tot metaforen van taalraadsels geworden. Niet alleen Gertrude Stein wees ons hierop, ook Mallarmé gebruikte het beeld van een bloem – nog iets algemener dan de roos – als voorbeeld voor het abstraherende karakter van taal. In een prozagedicht schreef hij dat met de uitspraak ‘une fleur!’, alle contouren van die ene bloem naar de vergetelheid worden verbannen, en iets anders dan alle bekende bloemen ontstaat, namelijk de idee van de bloem.
2009

zaterdag 8 mei 2010

Roos, zijn mooie koningsroos


Engeland had prinses Diana, maar Pruisen had met Luise zijn „roos, zijn mooie koningsroos.” Op 19 juli is het precies 200 jaar geleden dat zij, de koningin van het volk en pas 34 jaar oud, overleed. „En levend, lijdend en stervend voor het recht, bleef zij een voorbeeld voor ons nageslacht.”

Volgens een onderzoek van de Berliner Zeitung in het jaar 1900 was koningin Luise van Pruisen aan het begin van de 20e eeuw de meest bewonderde Duitse vrouw. Al in 1913 werd het leven van Luise voor de eerste keer verfilmd. Zelfs nu, precies twee eeuwen na haar sterven, is ze zonder twijfel de populairste onder de Pruisische vorstinnen. Het is dan ook geen wonder dan ze dit jaar met verschillende tentoonstellingen in de schijnwerpers staat.
Wie was deze Luise? Wat maakte haar zo populair? En was ze ook werkelijk zo mooi dat ze vandaag nog met ”Miss Pruisen” wordt aangeduid? Eén ding is zeker: 200 jaar na haar sterven zijn leven en mythe soms moeilijk uit elkaar te halen.
Luise Auguste Wilhelmine Amalie wordt op 10 maart 1776 geboren als vierde dochter van hertog Karl Ludwig von Mecklenburg-Strelitz en Frederike von Hessen-Darmstadt. „Weer een meisje”, verzuchtten de ouders.

Maar dat meisje groeit wel op tot een vrolijke en onbekommerde jonge vrouw voor wie de mannen in de rij staan. Zelfs de Pruisische kroonprins Friedrich Wilhelm heeft belangstelling, maar vader Karl Ludwig heeft zo zijn twijfels. Is aan het Pruisische hof niet „de grootste liederlijkheid, is iedereen niet bezopen van de champagne, vreet iedereen niet voortdurend? Is heel Potsdam niet een bordeel? Moest in dit Babel van de zonden zijn dochter terechtkomen?”

Karl Ludwig laat de huwelijkskandidaat langskomen zodat hij zich een persoonlijk oordeel kan vormen. De vader van Luise zet zijn bezwaren opzij en dan staat niets een huwelijk meer in de weg. Tussen de twee jonggezellen is het geen liefde op het eerste gezicht, maar toch gaan de twee oprecht van elkaar houden.

Direct na haar aankomst in Berlijn is de Mecklenburgse enorm geliefd onder de bevolking. Vooral de mannen liggen aan haar voeten. Zowel dichters als diplomaten bewieroken haar en bij staatsbanketten kijken de mannen zo ongegeneerd naar haar dat het haar de eetlust beneemt. Daar is de Pruisische vorstin zelf debet aan. Ze gaat voorop in de ”Griekse mode” van die dagen met laaguitgesneden, flinterdunne jurken. Ze wordt het ideaalbeeld van de vrouw.

Sommige tijdgenoten fronsen de wenkbrauwen. „Ik kan niet begrijpen waarom de koning zijn kokette vrouw toestaat zich zo te kleden”, schrijft bijvoorbeeld gravin Brühl. De grote politieke hervormer van die dagen Freiherr vom Stein schrijft: „Ze is geen edele vrouw.” Hij vindt haar oppervlakkig en behaagziek. Veldmaarschalk Gneisenau vindt haar zelfs als moeder „niet achtenswaardig.”

De critici zijn ver in de minderheid. In de ogen van het gewone volk kan Luise geen kwaad doen. Ze staat dicht bij de gewone man, gedraagt zich ongekunsteld en –ongebruikelijk voor de adel– heeft een gelukkig huwelijk. Ze delen zelfs de slaapkamer.

Wanneer Luise in 1797 de troon beklimt, verandert ze niet. Als moeder –in zeventien huwelijksjaren brengt ze tien kinderen ter wereld– ziet ze zelf om naar de opvoeding, die traditioneel in de handen van het bedienend personeel ligt. Ze wordt het symbool van de nieuwe vrouw, van de trouwe, huiselijke, zorgzame moeder. De dichter Novalis schrijft dat „iedere vrouw en moeder een schilderij van Luise in de kamer moet hangen.”
Moeilijke tijden breken aan als Pruisen in oorlog komt met het Frankrijk van Napoleon. Frankrijk verslaat in 1806 het Pruisische leger en trekt Berlijn binnen. De koninklijke familie vlucht naar Königsberg in Oost-Pruisen. Napoleon strooit zijn gif uit over de Pruisische hoofdstad: „De hele wereld ziet in dat de koningin de oorzaak van alle ellende is die over het Pruisische volk wordt uitgegoten”, schrijft de Moniteur op 27 oktober. Het Pruisische volk ziet dat anders: hoe meer spot en hoon Napoleon over haar uitstort, des te populairder Luise bij haar onderdanen wordt, des te meer groeit ze in de rol van onschuldige martelares en onbuigzame Pruisisch patriot.

Napoleon laat het er niet bij zitten en laat zijn troepen oprukken richting Königsberg. Luise heeft tyfus opgelopen, maar daar kan men geen rekening mee houden. In een koets wordt ze weggereden. Haar gezondheid is dermate zorgwekkend dat men zich afvraagt of ze de reis zal overleven. Luise houdt echter vol en uiteindelijk weet men haar met de kinderen in veiligheid te brengen.

In 1807 verliezen de Pruisen samen met de Russen opnieuw van Napoleon. Op 21 juni sluit de Russische tsaar Alexander I vrede met Napoleon. Pruisen rekent erop dat de tsaar de Pruisische belangen zal behartigen, maar hij laat de Pruisen vallen als een baksteen. Pruisen verliest grote gebiedsdelen als het verdrag een feit wordt.

De adviseurs van de Pruisische koning Friedrich Wilhelm vragen zich af of er met Napoleon persoonlijk valt te onderhandelen. De schuchtere en onzekere Pruisische vorst is geen optie als onderhandelaar. Dan denken ze aan Luise. Ze heeft al zo veel mannen betoverd, waarom dan nu niet Napoleon? Luise is ontzet, want Napoleon is de „duivel in mensengedaante.” Luise praat evenwel toch met Napoleon, maar bereikt niets. Later zegt Napoleon: „Als ik nog een kwartier langer in haar gezelschap was geweest zou ik haar alles hebben beloofd.”

Luise is voor het Pruisische volk definitief de heldin. Was zij niet zo moedig ”het monster” Napoleon tegemoet te treden? Met haar aan het hoofd van de staat zal het op de een of andere manier ook goed komen met het land, zo is de algemene verwachting.

Maar Luise is niet meer de oude. De zwangerschappen kort op elkaar, de tyfus, de vermoeienissen van de oorlog en de steeds vaker optredende astma-aanvallen eisen hun tol. Haar ogen verliezen hun glans, haar gezicht vertoont vermoeide trekken. Bij een bezoek in juli 1810 aan haar vader in Hohenzieritz bij de stad Neustrelitz krijgt Luise longontsteking en overlijdt, slechts 34 jaar oud.
Het land is geschokt. „Ik ben als door de bliksem getroffen”, schrijft generaal Von Blücher. Het heet al snel dat Luise aan een ”gebroken hart” is gestorven. Had zij niet de vernederingen gedragen die Napoleon Pruisen opdrong? Als hij in 1815 Napoleon bij Waterloo verslaat, roept Von Blücher uit: „Eindelijk is Luise gewroken.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten